Farro, een ‘oud’ soort tarwe. Italiaanse maaltijden worden er vaak mee aangevuld.
Gebruik het graan bij de hoofdmaaltijd of in een salade, goed voor de soep, voor een risotto maar dan geen rijst maar farro. Ook lekker bij gegrilde groenten. (verder hier op de pagina).
Tuinboontjes met Farro en wilde spinazie.
Voor 2 personen;
1kg tuinbonen een keer gedopt,
150 g Farro,
1 ui en 1 knoflook teen fijn gehakt,
rode punt- paprika,
rode pepervlokken,
water, zout en bonenkruid,
olie,
voor de sla en de dressing;
2 jonge struikjes wilde spinazie schoongemaakt en iets gesneden,
1 ui en 1 knoflook,
citroensap,
mosterd,
olie,
peper.
Kook de farro volgens aanwijzingen op de verpakking.
Kook de tuinboontjes beetgaar, ±7-9 minuten (als ze vers zijn, anders duurt het iets langer).
Maak een saus van een scheutje olie, bak hierin de ui en knoflook met de paprika. Voeg er wat water bij en laat zachtjes koken. Maak af met iets zout bonenkruid en pepervlokken. Indien het te dun is er een lepel Arrowroot
doorroeren en nog even doorkoken.